Noordbeveland Dronk

Wielersrust

 

Wielersrust

Voorstraat 1
4491 EV Wissenkerke

 

Een herberg en later hotel-café-restaurant die van 1903 tot 1975 gevestigd was aan de Voorstraat 1 te Wissenkerke - een opvolger van L'Amitié.

Geschiedenis

1903
Hubregt Johannis Hubregtse

Hubregt Johannis Hubregtse trouwt in 1903 met Lena van Prooije (zeeuwengezocht [1] en hij begint kort daarop hotel Wielersrust aan de Voorstraat 1 in Wissenkerke - de zaak wordt in 1910 verkocht.

1910
Cornelis Verburg

Cornelis Verburg (zeeuwengezocht [2]) neemt Wielersrust over van Hubregtse - hij blijft 13 jaar in de zaak.

1923
Marcus Adriaan Flikweert

Marcus Adriaan Flikweert is in 1923 herbergier (zeeuwengezocht [3]) in hotel Wielersrust - hij verkoopt de zaak in 1929.

1929
Willem Cornelis Platschorre

Willem Cornelis Platschorre koopt in 1929 Wielersrust van Flikweert - hij blijft maar kort in de zaak.

1929
Jan Kornelis Beije

In 1929 neemt Jan Kornelis Beije (zeeuwengezocht [4]) hotel Wielersrust over van Platschorre - hij wordt op enig moment opgevolgd door Jan Kornelis Beije junior.

1965
Piet Jeronimus en Griet Jeronimus

Per 1 mei 1965 zijn Piet en Griet Jeronimus de nieuwe eigenaren van Wielersrust.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Wielersrust/fotos.


Naamgeving

Bijzonderheden

Mooie verhalen

Verhoren in Wielersrust

Hoewel het eigenlijk meer een droevig- dan mooi verhaal is, hoort het toch tot de geschiedenis van Noord-Beveland en daarom nemen we een deel van "Een vergeten oorlogsmonument in Wissenkerke" van Gerard de Fouw en Bart van Leerdam dat verscheen in De Spuije, het tijdschrift van Heemkundige Kring De Bevelanden, integraal over.

"Net als de rest van Nederland had ook Noord-Beveland een Ordedienst(OD), een illegale verzetsbeweging. Na de bevrijding zou de OD helpen om het bestuur van Nederland weer in orde te krijgen. Het was gevaarlijk om hier lid van te zijn. Als ze werden opgepakt door de Duitsers konden ze in de gevangenis komen. In het ergste geval werden ze doodgeschoten. Wie waren deze mannen? Schoenmaker J. van Halst uit Wissenkerke. In 1955 werd hij zelfs burgemeester van Wissenkerke. Drukker A. Markusse uit Wissenkerke en marechaussee A.M. Westdorp uit Kortgene. Eén van de grootste herrieschoppers op die gedenkwaardige vijfde september is een zekere Janus Leijnse uit Middelburg. Hij staat daar bekend als de ‘Spanjool’ (zie ook http://middelburgdronk.nl/wiki/%27t_Raedthuys#De_Spanjool) omdat hij in de Spaanse burgeroorlog tegen de troepen van Franco had gevochten. In 1944 zit hij in Kamperland ondergedoken. Leijnse weet een aantal jonge mannen rond zich te verzamelen en besluit naar Kamperland op te trekken. Markusse van de OD vindt dat zij te veel risico nemen en vraagt Andries Dieleman, die hij toevallig ontmoet, hen van hun voornemen af te brengen. Dieleman wordt door de groep echter zo enthousiast gemaakt, dat hij meegaat naar Kamperland. Daar maken zij de veerboot naar Veere onklaar. In de middag trekt de groep, die inmiddels de beschikking over vier auto's heeft, opnieuw naar Kamperland. Daar nemen zij vier Duitsers gevangen. Ook hun wapens krijgen ze in handen. Twee andere soldaten kunnen net op tijd wegkomen. Zij geven lichtseinen richting Veere. Na een poosje komt een Duits marinescheepje kijken wat er aan de hand is. Het schip wordt door de groep Leijnse beschoten met de buitgemaakte geweren. De Duitsers schieten terug met kogels en granaten. Hierdoor vliegen twee boerderijen in brand. In één ervan komen acht paarden in de vlammen om. Leijnse en zijn vrienden trekken zich terug en nemen hun krijgsgevangenen mee. Nu komen de Duitsers aan land. Ze horen dat vier van hun soldaten gevangen genomen zijn. Ze dreigen 70 inwoners van Kamperland te zullen doodschieten als de militairen en hun wapens niet voor 23.00 uur die avond terug zijn. Leijnse en zijn mannen zijn er inmiddels vandoor gegaan en hebben hun gevangenen als presentje bij de OD in Wissenkerke achtergelaten. Onder begeleiding van een marechaussee worden de Duitsers uiteindelijk naar Kamperland teruggebracht. De Duitsers zijn woedend! De volgende dag stuurt kolonel Oberst Reinhardt, de Inselkommandant van Walcheren, soldaten om orde en rust op Noord-Beveland te herstellen. In Kamperland wordt een dertigtal mensen gegijzeld uit voorzorg tegen aanvallen van partizanen. Deze mensen worden dezelfde dag overigens weer vrijgelaten. Hierna trekken de Duitsers naar Wissenkerke, waar zij neerstrijken in café ‘Wielerrust’ van dhr. Beije. In het dorp wordt een willekeurig aantal mensen gearresteerd. Ze worden naar het café gebracht, waar zij worden gedwongen om te praten. Misschien zijn toen enkele namen genoemd. Een andere lezing is dat enkele deutschfreundliche meisjes namen zouden hebben doorgegeven. Hoe het ook zij, de Duitsers doen een poging Markusse in handen te krijgen, maar deze is net op tijd ondergedoken. Dan gaan ze op zoek naar Andries Dieleman, wiens naam kennelijk ook is gevallen.

Het echtpaar Dieleman-Abrahamse, dat op de hofstede ‘Wilhelmina’ woont, heeft vier zonen en vier dochters. Van de jongens is de vrijgezelle Andries Pieter (1908-1944) op één na de oudste. Evenals zijn andere broers werkt hij op het bedrijf van zijn vader. Het is niet duidelijk welke rol hij in het verzet speelt, of heeft gespeeld. In ieder geval wordt zijn naam en foto vermeld in ‘Het grote gebod’, het gedenkboek van de ‘Landelijke organisatie tot hulp aan onderduikers’ (LO). Als de Duitsers verschijnen, zit Andries samen met de onderduiker Cor Heystek uit Middelburg verborgen in een veedrinkput op enige afstand van de boerderij. Zijn broers en de knecht Markusse (niet de man van de OD) staan klaar om met de paarden naar het land te gaan. Door een noodlottige samenloop van omstandigheden ontdekken de Duitsers de schuilplaats. Andries Dieleman en Cor Heystek worden door vier militairen gearresteerd. Vervolgens worden zij overgebracht naar café ‘Wielerrust’. Twee van de drie broers van Andries worden eveneens meegenomen, maar later weer vrijgelaten. De arrestanten moeten één voor één voor een groep van ten minste zes personen verschijnen. Heystek, die door een van de soldaten wordt herkend, ontkent in alle toonaarden dat hij op 5 september aan enige activiteit heeft deelgenomen. Na zijn verhoor wordt hij in een apart kamertje gezet. Na een poosje worden Andries Dieleman, Cor Heystek en een tweetal anderen op gevorderde fietsen naar het veer te Kamperland ge¬bracht. Bij het veer heeft Heystek nog enige tijd met Dieleman gesproken. Andries vertelt tijdens het verhoor te hebben toegegeven dat hij gedurende de opstand voor de partizanen had gechauffeerd. Hij weet niet hoe de Duitsers aan zijn naam gekomen zijn. Na per boot te zijn overgezet naar Veere, wordt de tocht naar Middelburg per fiets voortgezet. Na in de stad te zijn aangekomen, worden zij opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Kousteensedijk. Dieleman en Heystek komen in dezelfde cel. Op zaterdag 9 september wordt Andries weggehaald. Hij wordt naar een van de bunkers van ‘Baskensburg’ in Vlissingen gebracht. Een van de gevangenen daar, dhr. Hulstaert, heeft hem daar op die datum gezien. In die gevangenis zaten ook Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer en André Pierets uit Zelzate (België) en Wim Niesthoven uit Middelburg gevangen.

Hoe het tussen 9 en 11 september 1944 verder is gegaan weten we niet precies. Waarschijnlijk ging het als volgt: Na Dolle Dinsdag - 5 september - herstellen de Duitsers in Zeeland zich snel. Van kolonel Oberst Reinhardt wordt in deze dagen veel geëist. Reinhardt moet helpen bij de opvang van de duizenden militairen die van de overkant van de Schelde worden aangevoerd. Ook moet hij gewondentransporten richting Brabant organiseren. Bovendien heeft hij de taak in een vrij groot gebied orde en rust te handhaven onder een bevolking die op 5 september de bevrijding zag naderen. Hierbij deinzen de bezetters niet terug voor harde maatregelen tegen personen die wegens (vermeende) handelingen tegen de Duitsers worden gearresteerd. Eén van de middelen was het gebruikmaken van het standrecht: de snelle berechting door militairen of politieambtenaren, waarbij vaak de doodstraf wordt uitgesproken. Het was ingevoerd tijdens de april-mei stakingen van 1943.

De meeste soldaten van het bunkercomplex ‘Baskensburg’ in Vlissingen waren naar Vlaanderen verplaatst. Er was in Vlissingen dus voldoende ruimte om de zittingen van het standgerecht te houden. Op zaterdag 9 september staan volgens Caesar Hulstaert, hijzelf, Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer, André Pierets (drie Belgische gevangenen), Wim Niesthoven en Andries Dieleman op twee meter van elkaar opgesteld op een terrein voor de bunkers van ‘Baskensburg’. Tussen elk van hen bevindt zich een Duitse soldaat. Hulstaert wordt als eerste binnengeroepen voor wat hijzelf noemt het standgerecht.

Het proces tegen hem wordt afgebroken door tussenkomst van referent Korte op wie Hulstaerts vrouw een beroep heeft gedaan. Op zondag 10 september mag Hulstaert om 20.00 uur naar huis. Van de commandant krijgt hij een bewijsje mee dat hij zich tot 22.00 uur (in spertijd dus) op straat mag bevinden. Na Hulstaert verschijnen de anderen voor het standgerecht. Zij worden allen ter dood veroordeeld, behalve Wim Niesthoven, die om onduidelijke redenen pas op zondagmorgen 10 september deze straf krijgt toebedeeld.

Drukker Van de Velde uit Vlissingen ontvangt op zaterdag 9 september opdracht het aanplakbiljet met de doodvonnissen te maken (370 exemplaren). Het is ‘ondertekend’ met ‘Oberst und Kommandant’, dat wil zeggen door de kolonel Reinhardt als ‘Gerichtsherr’ in zijn functies van regimentscommandant en commandant van het ‘Landfront’ Vlissingen.

Bij lezing maakt het plakkaat de indruk in haast te zijn opgesteld. Zo zijn bijvoorbeeld de namen van verschillende ter dood veroordeelden onjuist gespeld. In de opdracht aan de drukker wordt later nog een wijziging aangebracht. Vermoedelijk om het doodvonnis van Wim Niesthoven uit Middelburg toe te voegen. De plakkaten zijn op maandag 11 september gereed. Ze worden nog diezelfde dag op Walcheren en de Bevelanden opgeplakt.

Op zaterdag 9 september of op zondagmorgen 10 september worden de gevangenen naar cellen in de Bomvrije Kazerne in Vlissingen overgebracht. Luciën Vandevijver uit Zelzate heeft eind november 1944 Walcheren bezocht met het doel naspeuringen naar zijn drie landgenoten te doen. Van personen die tijdens de bezetting in de Bomvrije Kazerne als personeelsleden hebben gewerkt, komt hij te weten dat Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer, André Pierets, Wim Niesthoven en Andries Dieleman daar opgesloten hebben gezeten. Op maandag 11 september om 7.00 uur in de morgen is de toegang tot de kazerne verboden. Ongeveer op hetzelfde tijdstip worden de gevangenen in een militaire vrachtauto geladen. Door de Slijkstraat en via de Badhuisstraat rijdt de auto naar de zogenaamde ‘tweede duinen’. Met ‘tweede duinen’ wordt waarschijnlijk de tweede duinovergang bij Klein-Valkenisse bedoeld. Tussen de bunkersystemen ‘Carmen’ en ‘Fledermaus’, die zich toentertijd in de duinen bij Klein- Valkenisse bevonden, worden de gevangenen terechtgesteld."

Het gemeentebestuur van Wissenkerke had zich in april 1946 voorgenomen om op de begraafplaatsen Kamperland en Wissenkerke een algemeen oorlogsmonument op te richten voor alle mensen die in de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Maar doordat de gemeente op dat moment niet genoeg geld had en door de herbegrafenis van Dieleman werd het in Wissenkerke een ander verhaal. In Kamperland is er nooit een monument gekomen. Al bij de herbegrafenis van Dieleman op 21 januari 1946 had burgemeester Van der Maas van de gemeente Wissenkerke bij het graf in het openbaar de toezegging gedaan dat de gemeente een gedenksteen op het graf zou plaatsen. De gemeente hield woord. Op dinsdag 6 mei 1948 werd onder grote belangstelling door de burgemeester van de gemeente Wissenkerke het grafmonument voor A.P. Dieleman overgedragen aan de familie Dieleman. Na een kranslegging door een onderduiker die bij de familie Dieleman had gezeten, bedankte de familie Dieleman de gemeente en de bevolking voor de eer die aan de overledene werd bewezen.

Externe links

Bronnen